top of page

De eerste vorm van astrologie was een voorzichtige manier van voorspellingen. Dit was reeds gekend bij eerste beschavingen van Sumerië in het 3e millenium v. Chr. en later in het Babylonische en Assyrische rijk in het 2e millenium v. Chr.  Vanuit het Oude-Byzantijnse rijk verspreidt de astrologie zich verder van het Midden-Oosten naar Azië (Vedische en Chinese astrologie) en via Egypte, Griekenland naar West-Europa (Westerse astrologie).

 

Zo boven, zo beneden

Vertalingen van overgeleverde kleitabletten, tekeningen, manuscipten, ... verhaalde steeds dat wat er in hemel of cosmos staat geschreven, gerelateerd is aan wat er op aarde gebeurt.  De toepassing en toen al reeds wiskundige berekeningen waren voorspellingen van gebeurtenissen op grootschalig gebied, zoals de zonne-eclipsen, maansverduisteringen, overstromingen, aardbevingen, oorlogen, hongersnoden, … Deze astrologie is mondane astrologie.

Omdat de planeten zich in de kosmos bevinden en hun krachten helemaal tot op aarde kunnen brengen, waren dit hun belangrijkste goden: Shamaz (zon), Sin (Maan), Nabu (Mercurius), Ishtar (Venus), Nerga (Mars), Marduk (Jupiter) & Ninib (Saturnus). De namen van de goden veranderde over de jaren. Verder keken ze ook naar de heldere sterren in de toen, 36 sterrenbeelden of sterrenconstellaties.

bottom of page